Uw medewerker is een jaar arbeidsongeschikt en het is onzeker of én wanneer hij zijn oorspronkelijke functie kan hervatten. Ook is niet duidelijk of hij binnen uw bedrijf in een andere functie, die aansluit bij zijn mogelijkheden, aan het werk kan. Wij raden u aan alvast na te denken over de vraag wat u doet als de medewerker over een jaar nog steeds ziek is. Houdt u hem in dienst? Kunt u hem binnen de eigen organisatie ander passend werk bieden? Of liggen er elders mogelijkheden? Een keuze die u weloverwogen moet maken.
Wet verbetering poortwachter
Kan uw zieke medewerker zijn eigen werk binnen één jaar en drie maanden niet volledig hervatten? En is er binnen dezelfde termijn in uw onderneming ook geen ander werk dat hij structureel en volledig kan uitvoeren? Dan schrijft de Wet verbetering poortwachter voor dat uw medewerker na één jaar ziekte actief op zoek gaat naar een geschikte functie in een ander bedrijf. Samen met de medewerker bent u verantwoordelijk voor dit zogeheten tweede spoortraject, maar het is verstandig de hulp in te roepen van een deskundige op het gebied van arbeidsre-integratie. Dat kan handig zijn als uw medewerker bij het vinden van een passende functie niet alleen wordt belemmerd door zijn ziekte of handicap, maar ook een eenzijdig arbeidsverleden heeft, weinig geschoold is of op gevorderde leeftijd is.
Het tweede spoortraject bestaat uit een aantal activiteiten die de kans op passende arbeid voor de medewerker vergroten. Deze activiteiten moeten gedegen en op regelmatige basis schriftelijk worden vastgelegd, met aandacht voor de arbeidservaring, vaardigheden, opleiding en arbeidsbeperkingen en -mogelijkheden van de zieke medewerker. Ook moet worden beschreven binnen welke branches, functies en/of werkzaamheden en op basis van welk zoekprofiel met de meeste kans op succes naar passend werk wordt gezocht en welke sollicitaties daadwerkelijk zijn verricht.
Loonsanctie
Dient de medewerker na ongeveer 1 jaar en 9 maanden ziekte een WIA-aanvraag in, dan beoordeelt het UWV onder andere de inspanningen die zijn gedaan om hem het werk te laten hervatten. Als werkgever bent u verantwoordelijk voor een kwalitatief goed en adequaat tweede spoortraject. Vindt het UWV dat er tijdens het tweede spoortraject niet voldoende of niet het juiste is gedaan, dan kan u een loonsanctie worden opgelegd. Ons advies is dan ook: laat uw medewerker goed begeleiden bij het zoeken naar passend werk binnen én buiten uw bedrijf. En schakel tijdig de bedrijfsarts, de arbodienst, het UWV en eventuele andere deskundigen in en informeer die instanties als de belastbaarheid van uw medewerker wijzigt. Want op een loonsanctie zit u vast niet te wachten.