Vorige week maandag werd ik onaangenaam verrast door een telefoontje van Adfiz (de branchevereniging van onafhankelijk financieel adviseurs). Er was een conceptbrief aan de Tweede Kamer binnengekomen van het ministerie van VWS. De boodschap? Dat de collectiviteitskorting op de basiszorgverzekering (op zijn vroegst) per 1 januari 2023 komt te vervallen.
Een bittere pil. Juist nu wij ontzettend veel tijd hebben geïnvesteerd in het maken van zorginhoudelijke afspraken met verzekeraars namens onze relaties. Afspraken op basis waarvan mooie resultaten worden geboekt. Mijn eerste gedachte na het telefoontje was dan ook: “Wat is dit ongelooflijk zonde. Een gemiste kans!”
De onlangs aangestelde minister Tamara van Ark (Medische Zorg en Sport) heeft nog niet over dit onderwerp gesproken met belangenbehartigers, zoals VNO-NCW, MKB-Nederland en Adfiz en grote zorgverzekeraars. Desondanks geeft zij aan zich goed te hebben voorbereid. Ik vind het bijzonder. Je zou toch denken dat het communiceren met deze partijen een essentieel onderdeel uitmaakt van een goede voorbereiding?
Waarom dit overhaaste besluit van de minister? Waarom geeft zij de sector niet langer de tijd om samen de mooie initiatieven verder uit te bouwen?
In haar toelichting op het besluit de collectiviteitskorting af te schaffen, wordt gewezen op twee punten: dat er te weinig inhoudelijke verschillen zijn tussen de basisverzekeringen, die overigens bestaan uit een wettelijk voorgeschreven pakket aan vergoedingen, en de assumptie dat individueel verzekerden de korting betalen van collectief verzekerden.
Een aparte beargumentering, aangezien er sprake is van een toename in de diversiteit van het polisaanbod ondanks de beperkende wettelijke voorschriften. Dit lijkt mij een positieve ontwikkeling!
Ook wordt De Zorgthermometer Verzekerden in Beeld 2020 van Vektis compleet genegeerd. Dit rapport toont namelijk aan dat de gemiddelde betaalde collectieve basispremie (€ 1.396,-) voor het eerst hoger is dan de gemiddelde individuele basispremie (€ 1.373,-). Individueel verzekerden betalen de collectiviteitskorting? Sigaar uit eigen doos? Snapt u het nog?
Daarnaast wordt volledig voorbijgegaan aan de resultaten van het onderzoek van Equalis, dat nota bene is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Uit dit onderzoek blijkt dat in maar liefst 89% van het totale aantal collectieve zorgcollectiviteiten zorginhoudelijke afspraken zijn gemaakt, zoals gezondheidsprogramma’s, stoppen met roken interventies, leefstijlprogramma’s en extra dekkingen. Dit alles om de toekomstige zorgkosten beheersbaar te maken en de premie voor iedereen betaalbaar te houden.
Ditzelfde onderzoek wijst uit dat de gemaakte afspraken van meerwaarde zijn met het oog op verzuimreductie, duurzame inzetbaarheid en schuldenproblematiek. Een geweldig resultaat, vindt u niet?!
Het stelt mij enigszins gerust dat de afschaffing van de collectiviteitskorting op de basisverzekering gepaard dient te gaan met een wetswijziging, die pas plaats zal vinden na de verkiezingen en de vorming van een nieuw kabinet. Mijn hoop is dat het nieuwe kabinet wél inziet dat een collectief ziektekostencontract via de werkgever, inclusief korting, een essentieel instrument is waarmee positieve invloed uitgeoefend kan worden op de gezondheid van mensen.
Publicatiedatum: 01 oktober 2020