Persoonlijke aansprakelijkheid is voor bestuurders en commissarissen hetzelfde als het onderwerp pensioen voor de gemiddelde Nederlander: een heel-ver-van-mijn-bed-show. Het plots omgeslagen economische klimaat en de voorspelde faillissementsgolf gaan voor die aansprakelijkheid betekenen dat die show heel dichtbij komt. Is het verkopen van de zeilboot, camper of het vakantiehuisje in Zeeland dan de enige oplossing?
Een directeur en een commissaris lopen het risico persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden als er fouten zijn gemaakt of er een vermoeden hiervan is. Om je te verdedigen tegen deze aansprakelijkheid is dure juridische hulp nodig.. Ondanks de juridische bijstand blijft het risico bestaan dat er ook een schadevergoeding betaald moet worden. Deze kosten worden normaliter betaald door de onderneming of in het geval van een faillissement noodgedwongen vanuit het privévermogen van een bestuurder of commissaris.
Bekend is het voorbeeld van Imtech, de beursgenoteerde technische dienstverlener uit Gouda die in 2015 door fraude failliet ging. Particuliere beleggers sleepten de veertien bestuurders en commissarissen voor de rechter. Ze claimden dat zij de aandeelhouders hadden misleid en stelden hen daarvoor aansprakelijk. Vier jaar later (!) kwam de rechter eraan te pas om te zorgen dat er dekking was en de betrokken bestuurders en commissarissen de gemaakte rechtsbijstandskosten vergoed kregen. Vier jaar vol onzekerheid. Maar er hoeft geen anderhalf miljard euro kwijt te zijn om persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden. Ook een mislukte joint venture, een vermeende milieuverontreiniging, onvoldoende cybersecurity of een ernstig datalek kunnen anno 2020 zowel de onderneming als de bestuurders en commissarissen diep in de portemonnee raken.
Gelukkig kan dit risico gemakkelijk worden verzekerd door het afsluiten van een Bestuurders- en Commissarissenaansprakelijkheidsverzekering. Gezien de forse financiële (en emotionele!) impact zou je verwachten dat iedere ondernemer of commissaris een dergelijke verzekering heeft. De praktijk is anders. Vaak gestoeld op het grenzeloze vertrouwen in het eigen kunnen of bijvoorbeeld het feit dat er maar één iemand is binnen het bedrijf die de facturen betaalt, wordt deze verzekering niet afgesloten. Met alle voorspelbare gevolgen van dien op het moment dat men persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.
Sinds eind 2019 hebben verzekeraars hun beleid voor deze verzekering noodgedwongen moeten aanpassen. Belangrijke factor hierbij was de aanhoudende verslechtering van de schadereserves. Daarnaast is er bij verzekeraars grote bezorgdheid over de toename van het aantal rechtszaken en de bijkomende zeer kostbare proceskosten. Dit alles heeft een significante verlaging van capaciteit en risicobereidheid, een verzwaard selectiebeleid en meer behoefte aan aanvullende informatie bij verzekeraars tot gevolg. Én er ligt een heldere oekaze binnen verzekeraars om uit het risico te stappen als het niet (meer) ‘past’.
Waar in de voorgaande jaren deze polis vrij eenvoudig werd verlengd, premiekortingen eerder regel dan uitzondering waren en voorwaarden steeds verder werden uitgebreid, is er nu veel discussie, veel onzekerheid en fors meer kosten bij het verlengen van de verzekering.
Toch zijn er speciaal voor voormalige, huidige of zelfs toekomstige bestuurders en commissarissen die een meer uitgebreide persoonlijke dekking en méér contractzekerheid willen nieuwe maatwerkoplossingen beschikbaar. Hierdoor wordt speciaal voor de bestuurder en commissaris meer bescherming en zekerheid geboden in geval van complexe claims, niet-vergoedbare verliezen en/of faillissement van de vennootschap.
Zo hoeft de zeilboot, camper of het vakantiehuisje in Zeeland gelukkig niet verkocht te worden. Blijft alleen het onderwerp pensioen over. Maar dat onderwerp schuiven we gewoon nog even voor ons uit.
Column voor het Rotterdamse zakenmagazine Friends in Business.
Publicatiedatum: 14 december 2020